In december 1944 worden in een dorpje in Zuidoost-Hongarije met een een Duitstalige minderheid, vrouwen opgepakt door Russische soldaten. Ze zouden voor drie weken te werk gesteld worden. Terwijl haar man vecht aan het front, moet Irén haar dochtertje en haar ouders achterlaten. Na een lange, ellendige treinreis komt ze in een werkkamp in de Sovjet-Unie aan, duizenden kilometers van huis. De vrouwen, die bij de Duitse minderheid in Hongarije horen, moeten als compensatie voor de oorlogsinspanningen van de Sovjets dwangarbeid verrichten in een mijn.
In het kamp zijn de omstandigheden ondraaglijk, een mensenleven is niet veel waard. Irén bouwt een band op met Rajmund, een medegevangene die op zijn eigen manier probeert te overleven. Helpt deze relatie hen om in leven te blijven en uiteindelijk thuis te komen? Welke prijs moeten ze betalen om de hel te overleven? Heeft liefde in het kamp een kans, terwijl beiden thuis een gezin hebben?
De film van regisseur Attila Szász en scenarist Norbert Köbli, een duo dat de bezoekers van de Salon al hebben leren kennen van Demimonde en The Ambassador to Bern, is met steun van het Hongaarse Goelag Comité gemaakt ter nagedachtenis van de honderdduizenden Hongaarse staatsburgers die naar de Sovjetunie werden gedeporteerd en in veel gevallen niet terugkeerden.
Zij ontvingen bij de uitreiking van de Prix Europa de prijs voor de beste Europese TV-film. Attila Szász werd als beste regisseur gelauwerd op het filmfestival van Montreal, en Marina Gera kreeg een Emmy voor haar acteerprestaties in de rol van Irén.

De film wordt vertoond met toestemming van de rechthebbende, Film Positive Productions Budapest.

De Hongaarse Salon gaat open om 14 uur, de film vangt aan om 14.45 u.

Adres: Goethe Instituut, Herengracht 470, Amsterdam.

Toegang € 9,- (jeugd t/m 18 jaar: € 7,-)